Dilemma´s voor de pelgrim.
Door: Arlen
Blijf op de hoogte en volg Arlen
14 Augustus 2006 | Spanje, Madrid
Peregrino!
Si quieres llegar a Santiago con fuerza y vitalidad.
De estegran vino echa un trago y brinda por la felicidad.
Fuente de Irache
Fuente del vino
Kortweg staat er dat als we sterk en vitaal in Santiago aan willen komen we hier wijn moeten tappen. Dit is de bron van Irache, dit is de wijnbron.
En inderdaad, uit het ene kraantje komt water en uit het andere rode wijn. Jeannette tapt water. Ze houdt niet van wijn. Maar ik moet een keuze maken. Ik heb drie halve-liter flesjes. Zal ik wijn tappen of water? Een moeilijke keuze voor een pelgrim. Niet voor de twee Poolse jongens die we zien. Zij tappen elk een anderhalve-literfles vol wijn. Zij kunnen het dragen. Dat is het grootste dilemma voor de pelgrim: wat neem ik mee? In de pelgrimsherberg in Roncesvalles was dit dilemma goed zichtbaar. Voor veel pelgrims is dit de eerste overnachtingsplek. Bij een grote kast staat: \'laat hier achter wat je niet meer kunt gebruiken en neem mee wat je nodig hebt.\'
Er staat een bonte verzameling van overbodige spullen. Spullen die de mensen nodig achtten, maar bij nader inzien niet nodig bleken. Er liggen onder andere grote bussen scheerschuim, deodorant, schoenen met hoge hakken, een kussen en een dikke badstof kamerjas. Als je alles zelf moet dragen, doe je moeiteloos afstand van overbodige spullen. Hoeveel gratis wijn wil ik dragen? Hoeveel water heb ik vandaag nog nodig?
Voor Villamayor de Monjardin lopen we langs een volkstuintje. Met begeerte kijk ik wat er groeit. Kool, boontjes, paprika en tomaten. Tomaten zouden we zo kunnen eten, maar de meeste zijn groen en met moeite kan ik een lichtrode tomaat ontwaren.
\'Zal ik een tomaatje plukken?\', zeg ik tegen Jeannette.
\'Dat kun je toch niet maken\', is haar antwoord.
\'Och, eentje maar.\'
\'Ja, als zo iedere pelgrim denkt die hier langs komt, groeit er niets meer in dit tuintje.\'
We lopen door en niet veel verder komen we weer langs een volkstuintje. Deze is stevig omheind. Het valt me direct op hoeveel mooie rode tomaten er in dit tuintje groeien, onbereikbaar voor hongerige pelgrims.
Van Villamayor de Monjardin naar Los Arcos is twaalf kilometer. Twaalf kilometer door onbewoond gebied. Over brede stoffige paden lopen we door een glooiend akkerlandschap. Het graan is al geoogst en sommige velden zijn al geploegd. Het pad is een oneindige aaneenschakeling van voetstappen. Overal staan voetstappen in het stof. Honderden, duizenden voetstappen. Mijn stappen gaan over die van anderen. In de verte lopen pelgrims voor ons, maar de voetstappen in het stof laten zien dat velen ons zijn voorgegaan. Vandaag, gisteren, vorige maand, vorig jaar, vorige eeuw. Langzaam lopen we in op de pelgrims voor ons. Als we ze genaderd zijn zien we in de verte weer andere pelgrims lopen. Iedereen loopt in dezelfde richting, iedereen loopt naar Santiago. Alsof we willoos zijn. Alsof een buitenaardse kracht ons oplegt deze route te lopen. En toch lopen we het vrijwillig.
Ik ben helemaal door mijn water heen en ik verwacht achter elke heuvel Los Arcos te zien opdoemen. Maar nee, steeds weer zie ik een herhaling van het landschap. Geen huizen, geen kerk. Ik heb nog een halve liter wijn maar ik vraag me af of ik daar beter van ga lopen, ondanks de belofte bij de bron. Ik hoef de wijn niet aan te breken want ineens staan we aan de rand van Los Arcos. Pelgrimsherberg Alberdi heeft plek. De wijn smaakt goed.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley